/ 30 Nov

Verantwoord tuinieren: permacultuur

Naar aanleiding van mijn vorige artikel over biologisch, biologisch-dynamisch en ecologiesch tuineren, kreeg ik een goed tip van collegaschrijfster MoZ@rt: "Weet je ook al meer over permacultuur? Dat is zeker de moeite waard om ernaast te leggen." En inderdaad, permacultuur was ik even vergeten. Toch is ook dit een belangrijke, milieuvriendelijke stroming in de land- en tuinbouw, die het noemen meer dan waard is.

Permacultuur, Australisch gedachtegoed

Het begrip is in de jaren 1970 ontwikkeld door de biologen David Holmgren en Bill Mollison, beiden werkzaam aan de Universiteit van Tasmanië.

Zij zochten een oplossing voor de enorme schade, die de alom verbreide monocultuur (verbouwen van één product) aanrichtte in de Australische natuur.

Uitputting van de grond, winderosie en – zeker richting het binnenland van Australië – oprukken van de woestijn waren de negatieve bijwerkingen van de grootschalige en eenzijdige landbouw.

Door het ecologische systeem in de bossen van Tasmanië en van kleinschalige land- en tuinbouwprojecten in de buurt te bestuderen, kwamen de biologen met een aantal uitgangspunten en principes op de proppen, die uiteindelijk leidden naar de 'bouw' van een nieuw functioneel ecosysteem voor het produceren van voedingsmiddelen, in harmonie met de natuur.

Wat wordt bedoeld met permacultuur?

Hoewel permacultuur (in de praktijk) al te vinden is bij oude natuurvolken, is er nu bij permacultuur sprake van een wetenschappelijke benadering voor ontwerp en onderhoud van duurzame, agrarische gemeenschappen. Het gaat hier, net als bij ecologisch tuinieren, om een harmonische samenwerking tussen de mens en de natuur, waar beide partijen beter van worden.

Waar het bij ecologisch tuinieren vooral gaat om het bedrijven van land- en tuinbouw zonder schade aan te brengen aan andere bestaande ecosystemen, gaat het bij permacultuur meer om het ontwerpen, opzetten en invoeren van een nieuw gecreëerd ecosysteem in harmonie met de natuur.

Daarnaast richt permacultuur zich niet alleen op het verbouwen van voedingsmiddelen, maar ook op het produceren van natuurlijk bouwmateriaal (bijvoorbeeld strobalen voor een huis of wilgentenen voor een schutting) en het creëren van een veilige leefomgeving (bijvoorbeeld zorgen voor een goede afwatering, opvang van regenwater voor droge periodes).

Een ander kenmerkend verschil met biologisch of ecologisch tuinieren is, dat permacultuur geen wisselteelt kent, maar uitgaat van een vaste (permanente) teelt van meerjarige planten op een bepaald stuk grond. Door een gevarieerde, natuurlijke beplanting op deze plek wordt dan voorkomen dat de grond snel uitgeput zou raken.

Permacultuur kan dan ook worden gezien als een methode,  waarbij de mens in staat is bepaalde patronen en onderlinge verhoudingen vanuit de natuur zodanig te kopiëren en toe te passen, dat een nieuwe, functionele, milieuvriendelijke manier van produceren ontstaat. Toepassing ervan vindt vooral plaats op het ecologische vlak, zoals landbouw, constructie (huizenbouw), technologie en educatie. De gebruikte technieken en ontwerpen zullen vanzelfsprekend verschillen per plaats, regio of klimatologische omstandigheden, en verder afhankelijk zijn van de aldaar beschikbare middelen.

Uitgangspunten van permacultuur

De drie belangrijkste uitgangspunten van permacultuur zijn:

  1. Zorg voor de Aarde;
  2. Zorg voor de mens;
  3. Deel de weelde: herinvesteer overschotten opnieuw in het systeem.

De volgorde is een logische: zonder een gezonde Aarde kunnen mensen immers niet floreren. De zorg voor de mens draait om alle mogelijkheden te verkrijgen om in staat te zijn in zijn of haar onderhoud te kunnen voorzien. Het laatste punt van delen garandeert dan weer, dat de punten 1 en 2 steeds kunnen worden uitgevoerd.

Ontwerpen volgens de permacultuur

Een natuurlijk ecosysteem bestaat uit diverse lagen en vele onderlinge relaties tussen planten, bomen en struiken. Zo houden bijvoorbeeld bladplanten de bodem koel en de waterverdamping beperkt, maken  peulvruchten de bodem vruchtbaarder door extra stikstof af te geven en zorgen schimmels en bacteriën voor het omzetten van dood plantenmateriaal in organische grond.

Permacultuur is een specifieke manier van ontwerpen, waarbij men zoveel mogelijk deze onderlinge  patronen, processen en relaties uit de natuur probeert te imiteren. Bij een permacultuurontwerp voor een (flinke) tuin wordt idealiter uitgegaan van 7 lagen beplanting voor een optimaal gebruik van zon en bodem:

  1. Enkele hoge bomen, die voor gedeeltelijke schaduw zorgen;
  2. Middelhoge bomen (bijvoorbeeld bepaalde fruitbomen), die bescherming nodig hebben tegen felle zon;
  3. Struiken, die zorgen voor beschutting (bijvoorbeeld bessen- en bramenstruiken);

  4. Vaste planten, die in de winter bovengronds afsterven (organische materiaal) en volgend voorjaar weer opnieuw tevoorschijn komen (bijvoorbeeld niet-verhoutende tuinkruidgewassen);
  5. Bodembedekkers, die water en grond vasthouden en winderosie tegengaan;
  6. Toplaag van de bodem, waarin zich veel micro-organismen bevinden – permacultuur staat bekend om het veelvuldig gebruik van mulching (bedekken van de bodem met een beschermende laag van bijvoorbeeld turfmolm, plantenresten, stro, houtschors of cacaobonen) om onder andere bodemtemperatuur te reguleren, vocht vast te houden, micro-organismen te voeden en groei van onkruid tegen te gaan;
  7. Verticaal tuinieren, een 'laag' van klimplanten (bijvoorbeeld druiven en snijbonen).

Zo min mogelijk moeite, zo groot mogelijke opbrengst

In navolging van de natuur wordt in de permacultuur geprobeerd een zodanig efficiënt, op elkaar afgestemd en elkaar versterkend ecosysteem neer te zetten, dat afvalproductie, energieverbruik en inbreng van menselijke bemoeienis zo laag mogelijk kunnen blijven.

Een voorbeeld hiervan is de indeling van de tuin in zogenaamde zones. De tuin wordt daarbij verdeeld in 5 zones (genummerd van 1 tot 5, 0 staat voor de plek van het huis), waarbij elke zone een ander soort beplanting c.q. niveau van arbeidsintensiviteit toebedeeld krijgt.

  • Zone 0 – het centrum waarin het huis staat. Van belang is dat het huis voldoende water, zon en wind (bijvoorbeeld voor energie) krijgt.
  • Zone 1 – in dit gedeelte van de tuin, dat het dichtst bij het huis ligt, komen de gewassen, die de meeste tijd en aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld bladgroenten, tuinkruiden en zacht fruit, maar ook een eventuele kas en de composthoop.
  • Zone 2 – dit is de plek voor vaste planten, groenten en struiken, die langer nodig hebben om tot wasdom te komen en waar regelmatig begieten en wieden voldoende is. Dit is tevens de zone voor bijvoorbeeld een boomgaard en/of bijenkorven.
  • Zone 3 – in deze zone komt de verbouw van gewassen voor  zowel eigen gebruik als voor de verkoop, waar men niet meer dan eens per week naar hoeft te kijken.
  • Zone 4 – dit is de zone, die halfwild wordt gelaten en bijvoorbeeld voor houtkap wordt gebruikt.
  • Zone 5 – in dit gedeelte regeert de natuur en heeft de mens geen bemoeienis. Behalve voor bestudering van de natuurlijke ecosystemen dient dit gedeelte als broedplaats voor de benodigde insecten, schimmels en bacteriën, die voldoende aanwezig moeten zijn voor de rest van de tuin.

Tot slot

Hoewel permacultuur in de praktijk al eeuwenoud is onder natuurvolkeren, hebben de Australische biologen in de jaren 1970 het principe nieuw leven ingeblazen en er een biologisch-ecologisch, wetenschappelijk tintje aan gegeven. Hun 'groene revolutie' gaf en geeft in ieder geval een alternatief en een andere denkwijze in plaats van de gebruikelijke en schadelijke monocultuur.

Behalve het feit, dat je toch wel een flink stuk grond nodig hebt om een tuin volgens de permacultuur – met 5 tuinzones en 7 lagen beplanting – aan te kunnen leggen, is het idee van tuinieren met weinig moeite niet erg realistisch. Zoals iedereen kan beamen, die een bloemen-, moes- of volkstuin heeft of heeft gehad, zijn er maar weinig bloemen, kruiden, groente- of fruitsoorten waar je niet of nauwelijks naar om hoeft te kijken. Dit idee lijkt  dan ook meer theorie dan praktijk te zijn. Toch zijn ideeën uit de permacultuur ook naar een (kleine) tuin te vertalen, zoals bijvoorbeeld opvang en hergebruik van regenwater, gebruik van een composthoop en mulching. Kleine ecologische toepassingen, die goed zijn voor mens, dier en milieu, want elke tuin telt.

Copyright © 2024 Alle rechten voorbehouden | Tuinencom.nl