/ 30 Nov

Helleborus, van nieskruid tot kerstroos

5823fd2650e9ca93653399d58369d786_medium.

Helleborus behoort – in zijn verschillende verschijningsvormen – tot de meest populaire planten voor schaduw of half schaduwplekken in de tuin. Er zijn zo ongeveer 20 verschillende soorten Helleborus, die botanisch gezien behoren tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae), maar daarbinnen een eigen groep vormen onder de naam Helleboreae.

De meeste soorten van de Helleborus zijn oorspronkelijk afkomstig uit Europa en daarom voor ons inheemse planten; verreweg de grootste concentratie van Helleborus werd (en wordt) gevonden op de Balkan. Twee bijzondere soorten komen echter van elders: de Helleborus thibetanus stamt uit Tibet en West-China, en de Helleborus vesicarius komt van oorsprong uit een smalle strook in het grensgebied tussen Turkije en Syrië.

Kerstroos en nieskruid één en dezelfde plant

De Helleborus is een vaste plant, die – afhankelijk van de soort – van circa 25 tot wel 75 centimeter hoog en van 30 tot 50 centimeter breed kan worden. Typerend voor de Helleborus is, dat deze vooral in de zomer in ruste is en in de winter begint te bloeien, zo ongeveer vanaf december of januari. Daarom heeft de Helleborus ook wel de bijnaam ‘kerstroos’ gekregen, omdat het vrijwel de enige plant in de tuin is, die rond Kerstmis in bloei kan staan. De Helleborus behoort echter in het geheel niet tot de botanische familie van de roos.

De Nederlandse naam voor deze plant is al vanouds ‘nieskruid’ of (met name voor de Helleborus foetidus - zie foto rechts) zelfs ‘stinkend nieskruid’; deze bijnaam is ontstaan door de (voor ons mensen) onaantrekkelijke geur, die de bloemen afgeven wanneer ze worden aangeraakt.

Helleborus, een typische winterbloeier

Vanaf december tot februari komen de verschillende Helleborus-soorten tot bloei en deze duurt meestal tot diep in de lente. Met hun klok- of schotelvormige, grote en meestal hangende bloemen zijn zij de blikvangers in de wintertuin. (De bloemen hangen overigens om ze zo te beschermen tegen regen en sneeuw.) Daarmee zijn zij ook één van de allervroegste planten, die – zodra de temperatuur hoog genoeg is voor de bestuivende insecten om in actie te komen – nectar en pollen leveren.

De Helleborus maakt – zoals gezegd – deel uit van de ranonkelfamilie, die allemaal een grote variatie in de bloemopbouw vertonen. De bloemen hebben doorgaans namelijk een bijzonder groot aantal meeldraden, maar een klein en wisselend aantal stampers. Bij de Helleborus bestaan de grote bloemen meestal uit 5 gekleurde kelkbladen, die de insecten moeten lokken. Deze kelkbladen omsluiten een groot aantal groenachtige, pijpvormige, gekrulde honingbladen, die in feite de plaats innemen van de kroonblaadjes. Aan de binnenzijde wordt rijkelijk nectar afgescheiden en is de geur intenser en anders dan die van de kelkbladen. De talrijke meeldraden leveren een lichtgeel pollen, de 4-5 stampers in het midden van de bloem rijpen uiteindelijk tot zaden. Deze zaden bevatten een verdikking, die olie bevat; mieren zijn gek op deze olie, worden er sterk door aangetrokken en zorgen zo mede voor de verspreiding van de zaden. Sommige Helleborus-soorten kunnen zich ook via wortelstok (ondergrondse woekering van wortels, waaruit weer nieuwe planten ontstaan) vermeerderen en vormen op deze manier soms kleine pollenachtige kolonies planten in tuin of border.

Helleborus in diverse kleuren

Zoals gezegd zijn er diverse soorten en dus ook verschillende kleuren Helleborus: je kunt bloemen zien in de tinten van crèmewit via roze en lichtgroen tot paarszwart.

Enkele bekende soorten zijn:

Helleborus niger (ook wel: echte kerstroos)

De bloemen van deze ‘kerstroos’ zijn vrij groot en crèmewit van kleur. Vroeger werd deze soort ook wel in kassen vervroegd in bloei getrokken en rond Kerstmis als kamerplant aangeboden. Tegenwoordig zie je de Helleborus niger meer als tuinplant, waar hij meestal laag blijft, maar wel breed kan uitgroeien. De bloeitijd valt over het algemeen van december/januari tot maart/april.

Helleborus argutifolius

De Helleborus argutifolius is één van de grote soorten (tot zeker 75 centimeter hoog en 50 centimeter breed) en heeft dikkte stengels (opgaande ‘stammen’) en groenblijvende bladeren. De ‘stammen’ gaan 2 jaar mee, waarna ze afsterven en plaatsmaken voor nieuwe ‘stammen’. Het blad is gevormd uit 3 blaadjes en is leerachtig en gezaagd aan de randen. De bloemen verschijnen in het voorjaar (februari-april) en zijn klokvormig en geelgroen.

Helleborus orientalis

Van alle soorten is de Helleborus orientalis ongetwijfeld de meest populaire groep, waaronder zich ook tal van fraaie kruisingen (hybriden) bevinden. Door veelvuldige veredeling en kruising kunnen er in deze groep exemplaren worden gevonden met witte, groene, roze tot bijna zwarte bloemen, soms met een tekening aan de binnenkant van de bloem of met randjes erlangs (zogenaamd ‘picotee’). Het blad, dat meestal bestaat uit 7-9 blaadjes, is over het algemeen leerachtig en donkergroen. Absoluut mooie en sterke planten voor in de tuin.

Helleborus atrorubens

Een door zijn unieke uiterlijk zeer gezochte en in het wild vrij zeldzaam geworden Helleborussoort is de Helleborus atrorubens. Hoewel ze ook wel groen kunnen blijven, kleuren de stelen en de bloemen van deze Helleborus meestal van donkerrood naar dieppaars. Vreemd genoeg ziijn de bladeren alleen in de top, rondom de bloemen, te vinden; de stengels boven de grond blijven kaal. De planten worden ook niet zo groot: tot ongeveer 50 centimeter hoog en 40 centimeter breed. De bloeitijd is over het algemeen van januari/februari tot maart/april.

Helleborus is echter wel giftig!

Alle Helleborussoorten zijn giftig en dat geldt voor alle delen van de plant: van bloem tot blad, van stengel tot wortel. Hierdoor worden de planten in het wild door dieren, zoals bijvoorbeeld herten, hazen en konijnen, met rust gelaten; de giftige alkoloïden in het blad maken dat de plant vies smaakt. Vergiftiging door Helleborus is gelukkig zeldzaam, maar het kan wel degelijk voorkomen, zeker bij mensen (of dieren), die er erg gevoelig voor zijn. Tuinierders met een gevoelige huid kunnen deze plant dan ook beter altijd met handschoenen aanpakken om een akelig jeukende huiduitslag of erger te voorkomen.

Aanplant van Helleborus

De plant gedijt het best op een plek in de schaduw of halfschaduw – vol in de zon zal een Helleborus het niet of niet goed doen.

In het wild worden ze wel eens aangetroffen als onderbegroeiing van bomen; dan kan echter het aantal bloemen per seizoen wel minder zijn, dan het geval zou zijn in halfschaduw. Plant een Helleborus bij voorkeur beschut voor de (koude) oostenwind. Kies ook in één keer de juiste en definitieve plek voor deze plant, want de Helleborus laat zich niet zo makkelijk verpoten (ik heb helaas al enkele keren een Helleborus verloren na verplanting).

Voor wat betreft de bodemgesteldheid staat de Helleborus over het algemeen het liefst in een losse, humusrijke grond, eventueel met toevoeging van wat extra kalk. Er zijn echter ook soorten, die juist uitstekend gedijen in meer kalkrijke, kleiachtige grond.

Wil je er van genieten, plant ze dan niet te ver in de tuin, maar juist dichtbij de ramen, want in de winter zijn we immers minder geneigd om de koude tuin in te gaan of er een tijdje in door te brengen.

Copyright © 2024 Alle rechten voorbehouden | Tuinencom.nl