/ 30 Nov

Zuurbes, geen plantje om zonder handschoenen aan te pakken.

In vorige delen kwamen de vuurdoorn en meidoorn aan bod. We gaan verder in de reeks 'heesters met doornen en stekels'. Het onderhoud van deze planten is vrij eenvoudig, ze stellen weinig eisen. Tot de stekelige houtige gewassen met kleurrijke en vaak eetbare bessen, behoren allerlei inheemse soorten, zoals de meidoorn, duindoorn, sleedoorn, zuurbes, gaspeldoorn, wilde rozen, bramen- en frambozenstruiken.

Zijn het doorns, stekels of stekelige bladeren … whatever, ze zijn scherp. Toch is er een morfologisch verschil. Doornen zijn prikkers die groeien vanuit het hout en dus verbonden zijn met het inwendige van de stengel of twijg. Door deze vergroeiing bevatten doornen ook vasculair weefsel. Ze staan altijd op de plaats waar men een tak of een blad kan verwachten. We spreken van bladdoorn (die op plaats van een blad groeien) of een takdoorn (die op de plaats van een tak groeien). Sleedoorn, duindoorn en vuurdoorn zijn takdoornen. Zuurbes, meidoorn en gaspeldoorn hebben bladdoorns.

Bladdoorns zijn als vervormde bladeren / takdoorns zijn als vervormde twijgen / stekels zijn aanhangsels.

Stekels groeien niet vanuit het hout, je zou kunnen zeggen dat het een vergroeiing van de opperhuid is. Ze staan los op de stengel of twijg en zijn niet verbonden met het inwendige van de tak (bevatten geen weefsel). Voorbeelden zijn rozen, frambozen en bramen.

Doornen zijn regelmatig geplaatst, stekels groeien willekeurig.

En dan zijn er nog struiken met stekelige bladeren (foto rechts hierboven) zoals hulst en de mahoniestruik. Ze zijn zeer populair omdat ze in de winter groen blijven. Deze heesters verdedigen zich met blad dat langs de randen venijnige stekels heeft.

De zuurbes (Berberis) is een sierlijke heester

De zuurbes heeft zo’n 200-300 soorten (bladverliezende én groenblijvende) struiken met doornige scheuten. Ze kunnen van 0,5 tot 4m hoog groeien en komen voor in Europa, Azië, Afrika, Noord-en Zuid-Amerika. Behalve de doornen zijn ook de blaadjes sterk gestekeld. Dit maakt onkruid wieden en snoeien van deze hagen of struiken onaangenaam, zeker omdat deze doornen direct kleine ontstekingen (soms zweren) kunnen veroorzaken. Het gebruik van goede handschoenen is een must.

Als 'losse haag of heester' moet de zuurbes iedere winter met de takkenschaar worden uitgedund en als geschoren haag moet ze twee keer worden geknipt met de heggeschaar.

De zuurbes kenmerkt zicht door kleine bladeren, doorns en een warrige groei. Het zijn sterke struiken die weinig eisend zijn en het goed doen op elke grondsoort, behalve op drassige grond. Geef ze wel volle zon maar vermijd ochtendzon om in het vroege voorjaar bladverbranding na een nachtvorst te voorkomen. Het is een struik die zure bessen produceert. Bijen en andere insecten voeden zich met de bloemen. Vogels vinden in de doornige takken bescherming.

Zuurbesstruiken groeien langzaam. Ze zijn geliefd als haagplant, zowel vanwege hun sierlijke bladeren als vanwege hun gele bloemen en rode of donkerblauwe bessen. De bloeiperiode is april-mei met veel bloemtrossen en vanaf september komen de langwerpige vruchten. De doornen zijn een effectief afweermiddel die ongenode gasten buiten houden.

De Berberis Thunbergii (Zuurbes) en Berberis Thunbergii Atropurpurea (rode zuurbes) zijn bladverliezende planten. Ze zijn buitengewoon populair vanwege hun prachtige bladkleur. De donkergroene eivormige bladeren (diep paarsbruin blad) worden in de herfst dieprood, gevolgd door het rode fruit. De bladeren van deze soorten kleuren roze of rood voordat ze afvallen. In het voorjaar draagt hij gele bloemen en geuren sterk.

Deze zuurbes is uitstekend geschikt is voor het gebruik in hagen en zijn erg geliefd vanwege hun sierlijke bladeren als hun gele bloemen en rode of donkerblauwe bessen.

Links, gewone zuurbes  -  rechts, rode zuurbes

Een andere mooi soort is de Berberis darwinii. Deze bereikt een hoogte van 1,50 meter. Hij is groenblijvend en heeft een glanzend, groen, stekelig blad. Eind april/mei produceert hij dichte tuilen met goudgele bloemen, gevolgd door blauwachtige bessen in de herfst.

De Berberis stenophylla wordt gekenmerkt door zijn hangende en natuurlijk poort met lange gebogen takken. Zijn helder groen blad is wintergroen, zijn overvloedige gele bloeiende is geurig en nectar.

Berberis verruculosa groeit compact, langzaam en boogvormig overhangend. De wintergroene sierheester heeft een wrattige bast en wordt maximaal 1,5 m hoog. De grote bloemen zijn heldergeel en in he najaar verschijnen de donkerblauwe/bijna zwarte bessen.

Berberis buxifolia is ook altijd groen. Het populaire ras ‘Nana’ groeit breed en vol en wordt niet meer dan 0,3 tot 0,5 m hoog. Zij bloeit maar zelden maar dan ook wel stralend oranjegeel en ontwikkelt vrijwel geen vruchten.

Berberis candidula is een breed bolvormig groeiende dwergstruik die 0,6 m hoog maar soms wel 1 m breed wordt. De klokvormige bloemen zijn geel en geurig, de vruchten van deze struik zijn blauw.

Berberis julianae is een breed groeiende struik die een hoogte van 3 m kan bereiken. De donkergroene, lancetvormige bladeren kunnen wel 10 cm lang worden. De licht geurende bloemen van deze struik zijn opvallend geel van kleur, de vruchten zijn blauwzwart.

Weetjes:

  • De zuurbes is buitengewoon gemakkelijk te verzorgen en veelzijdig toepasbaar.
  • In groepen bomen en struiken past de zuurbes goed. Op de voorgrond brengen soorten en rassen met rode bladeren kleur in de groep.
  • Als hagen, zowel gesnoeid als ongesnoeid, zijn zuurbessen bij uitstek geschikt.
  • In kuipen gedijen alle langzaam groeiende soorten. Ze verdragen ook droogte.
  • Plant zuurbessen in het voorjaar en bedek ze met loof of compost.
  • Geef bij aanhoudende droogte voldoende water.
  • Heggen van altijd groene soorten kunt u vanaf eind juni snoeien.
  • Dek de zuurbessen in het najaar af met mulch. Span zaklinnen over onbeschutte altijdgroene struiken om ze te beschermen tegen de vorst.

De bessen en bloemen van de zuurbes zijn lichtgiftig wanneer ze gegeten worden. Wees dus vooral alert met kinderen. Na de inname van minder dan 10 bessen van deze plant volstaat het om hen voldoende water te laten drinken. Na inname van grotere hoeveelheden neem je best contact met je huisarts of met het Antigifcentrum.

Ook na de inname van andere plantendelen (bladeren, stengels, wortels) is het beter contact op te nemen met het Antigifcentrum.

Meer vind je via volgende links:

Copyright © 2024 Alle rechten voorbehouden | Tuinencom.nl